Die Sprache ist die Gesittung selbst. Das Wort, selbst das widersprechendste, ist so verbindend. Aber die Wortlösigkeit vereinsamt. Thomas Mann

(Spraak is de beschaving zelf. Het woord, zelfs het meest tegenstrijdige, zorgt voor contact. Maar het zwijgen vereenzaamt.)

Praten, dus: ja, ik lust er wel pap van.

Van spreken, kletsen, babbelen, kwekken, beppen, lullen en ouwehoeren ook. En niet zo’n beetje: blaren op de tong, oren van het hoofd. Als Brugman.

Toen ik een jaar of drie was voorspelde een buurman mijn moeder dat haar zoon ooit nog carrière zou maken met het verkopen van lege flesjes bier. Zo gebekt was dat jong.

Hij heeft bijna gelijk gekregen. Ik werk nu twaalf jaar als consultant, en sinds anderhalf jaar bovendien in het hoger onderwijs. Dat betekent dus véél praten: vragen stellen, uitleggen, overtuigen, discussiëren.

En helaas ook vergaderen. In vergaderingen ontbreekt vaak één essentieel element voor een goed gesprek, namelijk ‘luisteren’. Gek genoeg bestaan daar geen synoniemen voor. Wel in de betekenis van ‘gehoorzamen’, maar niet in de betekenis van ‘oplettend het gehoor gebruiken opdat je de ander goed begrijpt’.

Omdat er in vergaderingen zo slecht wordt geluisterd, leveren ze zelden goede gesprekken op. Vaker draaien ze uit op geritualiseerd langs elkaar heen zwetsten. Galopperend op stokpaardjes in vliegende vaart open deuren intrappen.

Ik had een collega die vond dat luisteren niet veel meer was dan plichtmatig zwijgen totdat de ander was uitgesproken, zodat hij zelf weer mocht.

Maar luisteren is ook moeilijk. Eén van de redenen waarom we zoveel moeite hebben met luisteren naar de ander, is dat er vaak een ander stemmetje door het gesprek heen kwekt. Da’s het stemmetje in je hoofd dat de zinnen van de ander afmaakt voordat ie is uitgesproken: “Hou maar op, ik weet wel wat je wil zeggen. Ik snap precies waar jij naartoe wilt, en dat ga ik je nu vertellen.”

Ik denk dat iedereen wel zo’n buurvrouw of tante heeft die in een lopende conversatie jouw zinnen voor je afmaakt. Omdat ze je zo goed begrijpt. Ja, ja…Een collega- of nog erger: adviseur- die beweert dat ie ‘aan een half woord wel genoeg heeft’, is trouwens niet veel beter volgens mij.

Een goed gesprek is een Kunst. William Isaacs schreef er een briljant en inspirerend boek over: Dialogue- The Art of Thinking Together. Over hoe onze gesprekken vaak ontaarden in discussies en debatten. En hoe we met een dialoog veel meer kunnen bereiken. Vooral belangrijk: luisteren, je eigen oordeel opschorten, proberen te begrijpen en tenslotte zelf zeggen hoe je er écht over denkt.

Afgelopen week was ik op een netwerkbijeenkomst voor jonge medewerkers van de onderwijsinstelling waar ik werk. Doel van de sessie: je collega’s beter leren kennen. Aan de hand van een paar oefeningen werden we uitgenodigd om steeds dieper met elkaar in gesprek te gaan: Wat houdt je bezig? Wat drijft je? Waardoor word je ontroerd? Wanneer heb je voor het laatst ergens erg van genoten?

In één woord: geweldig. Dat moesten we veel vaker doen: wanneer heb jij voor het laatst een echt goed gesprek gehad?

Ik zou je nu heel graag ‘Proat met meej’ van Rowwen Hèze willen laten horen. Maar ik merk dat de internetverbinding met De Peel hapert. Vandaar een ietwat uitbundig vriendenclubje uit New Jersey:

Southside Johnny & the Asbury Jukes ft. Bruce Springsteen & Sam Moore – Talk to Me